Opbouw van de aarde
De aarde bestaat uit een aardkern, aardmantel en aardkorst. De aardkern is het binnenste van de aarde. De aardkern is van ijzer en heel erg heet, ongeveer 6600 °C. Het is ongeveer 2900 km tot 6370 km diep. De aardmantel zit tussen de aardkern en de aardkorst in. Het bevindt zich op een diepte van 250 km tot 2900 km diep. Het bestaat uit de vaste mesosfeer en de warme plastische asthenosfeer(ongeveer 1200 °C). De asthenosfeer ligt onder de lithosfeer. Omdat het plastisch en warm is vinden er convectiestromingen plaats. De buitenkant van de aarde is de aardkorst. Die bevindt zich tot ongeveer 100 km diep. De aardkorst bestaat uit de lithosfeer, dat is de vaste koele buitenkant van de aarde. De lithosfeer bestaat uit een aantal afzonderlijke platen die ten opzichte van elkaar bewegen. Die platen hebben een dikte van 0 tot meer dan 150 km. De aardkorst met de lithosfeer kun je verdelen in de continentale korst en de oceanische korst. De continentale korst is het lichtst en bestaat vooral uit het gesteente graniet. De oceanische korst is zwaarder en bestaat vooral uit basalt.
De aarde bevat veel warmte door de oerwarmte die in de aarde is opgeslagen en door het verval van radioactieve elementen. Gesteente kan geen warmte geleiden, waardoor de aarde warmte blijft vasthouden en dus slecht afkoelsysteem heeft. Hierdoor is de asthenosfeer taai vloeibaar. De warmte wordt verdreven door middel van convectiestromingen in de asthenosfeer. Het gesteente stijgt op en stroomt via de zijkanten weer weg, waardoor de platen van de lithosfeer in beweging komen. Dat is platentektoniek.
De aarde bestaat uit een aardkern, aardmantel en aardkorst. De aardkern is het binnenste van de aarde. De aardkern is van ijzer en heel erg heet, ongeveer 6600 °C. Het is ongeveer 2900 km tot 6370 km diep. De aardmantel zit tussen de aardkern en de aardkorst in. Het bevindt zich op een diepte van 250 km tot 2900 km diep. Het bestaat uit de vaste mesosfeer en de warme plastische asthenosfeer(ongeveer 1200 °C). De asthenosfeer ligt onder de lithosfeer. Omdat het plastisch en warm is vinden er convectiestromingen plaats. De buitenkant van de aarde is de aardkorst. Die bevindt zich tot ongeveer 100 km diep. De aardkorst bestaat uit de lithosfeer, dat is de vaste koele buitenkant van de aarde. De lithosfeer bestaat uit een aantal afzonderlijke platen die ten opzichte van elkaar bewegen. Die platen hebben een dikte van 0 tot meer dan 150 km. De aardkorst met de lithosfeer kun je verdelen in de continentale korst en de oceanische korst. De continentale korst is het lichtst en bestaat vooral uit het gesteente graniet. De oceanische korst is zwaarder en bestaat vooral uit basalt.
De aarde bevat veel warmte door de oerwarmte die in de aarde is opgeslagen en door het verval van radioactieve elementen. Gesteente kan geen warmte geleiden, waardoor de aarde warmte blijft vasthouden en dus slecht afkoelsysteem heeft. Hierdoor is de asthenosfeer taai vloeibaar. De warmte wordt verdreven door middel van convectiestromingen in de asthenosfeer. Het gesteente stijgt op en stroomt via de zijkanten weer weg, waardoor de platen van de lithosfeer in beweging komen. Dat is platentektoniek.
Platentektoniek
Platentektoniek is een geologisch verschijnsel waarbij platen ten opzichte van elkaar verschuiven. Die platen bewegen door convectiestromingen. Al deze schuifprocessen veroorzaken grote spanningen in de aardkorst. De gigantische spanning kan zich ontladen in een plotselinge verschuiving, een aardbeving, waarbij een verwoestende energie vrij kan komen.
Door het verschuiven van de platen verschilt de wereldkaart van nu heel erg met die van miljoenen jaren geleden. Zo lag het stuk grond van Nederland zo'n 360 miljoen jaar geleden waar nu Suriname ligt.
Platentektoniek is een geologisch verschijnsel waarbij platen ten opzichte van elkaar verschuiven. Die platen bewegen door convectiestromingen. Al deze schuifprocessen veroorzaken grote spanningen in de aardkorst. De gigantische spanning kan zich ontladen in een plotselinge verschuiving, een aardbeving, waarbij een verwoestende energie vrij kan komen.
Door het verschuiven van de platen verschilt de wereldkaart van nu heel erg met die van miljoenen jaren geleden. Zo lag het stuk grond van Nederland zo'n 360 miljoen jaar geleden waar nu Suriname ligt.